PARAMARIBO – Identiteitspolitiek, oftewel etnische politiekvoering, rukt op in Suriname en bedreigt volgens critici de fundamenten van onze democratie. Wat ooit begon als een roep om erkenning, verandert steeds vaker in een gevaarlijk spel van verdeeldheid, polarisatie en populisme.
Groepen die zich achtergesteld voelen, claimen slachtoffer te zijn van discriminatie en eisen politieke erkenning. Maar in plaats van bruggen te bouwen, worden muren opgetrokken. Huidskleur en afkomst worden gebruikt als wapens in een strijd die de samenleving steeds verder uiteen drijft.
Democratie draait om gelijke rechten voor ieder individu. Identiteitspolitiek legt echter de nadruk op groepsrechten. Dit ondermijnt het principe dat iedere Surinamer een even zware stem heeft. Wie identiteit boven nationale waarden plaatst, speelt met vuur, waarschuwen deskundigen.
Vaak gaat dit gepaard met harde, beschuldigende taal en het aanwijzen van een gezamenlijke vijand. Bewijzen ontbreken meestal, maar dat lijkt er niet toe te doen. Kritiek wordt niet verdragen, terwijl aanzetten tot haat de maatschappelijke cohesie verder onder druk zet.
Volgens tegenstanders is identiteitspolitiek niet alleen narcistisch, maar ook racistisch: het verheerlijkt de eigen groep en maakt andere bevolkingsgroepen bewust minderwaardig. Het gevolg is spanningen, haat en een democratie die langzaam uitholt.
Als deze trend zich voortzet en vermengd raakt met populisme en fascistische tendensen, dan dreigt Suriname niet alleen opnieuw onderworpen te raken aan buitenlandse invloeden – een vorm van rekolonisatie – maar ook haar democratie te verliezen.