Suriname staat voor een nieuwe uitdaging. Minister Stephen Tsang van Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening (OWRO) heeft een voorstel gepresenteerd dat al veel stof doet opwaaien: elk huishouden zou verplicht SRD 50 per maand moeten betalen voor vuilophaal, gekoppeld aan de elektriciteitsrekening.
Het plan lijkt eenvoudig, maar de implicaties zijn groot. Terwijl de overheid spreekt over een structurele oplossing, vragen veel burgers zich af: is dit het juiste moment om nóg een extra kostenpost op te leggen aan gezinnen die al gebukt gaan onder hoge inflatie en stijgende levensonderhoudskosten?
De afgelopen jaren werd Suriname keer op keer geconfronteerd met een vuilniscrisis. Huishoudelijk afval bleef wekenlang onopgehaald liggen omdat bedrijven die verantwoordelijk zijn voor inzameling niet tijdig betaald werden. Het resultaat:
Overvolle vuilnisbakken in woonwijken, Illegale stortplaatsen langs wegen en in bossen, Gezondheidsrisico’s, zoals ziektes verspreid door ratten, muggen en vervuild water
Minister Tsang benadrukt dat dit voorstel de continuïteit van afvalinzameling moet garanderen. Door de bijdrage via de elektriciteitsrekening te innen, wordt betaling verzekerd en kunnen ondernemers op tijd hun geld krijgen.
Hoewel de overheid spreekt over duurzaamheid en efficiëntie, rijst de vraag: Waarom moeten burgers betalen voor een dienst die altijd tot de kerntaken van de overheid behoorde? Hoe zal gecontroleerd worden dat het geld ook écht naar afvalinzameling gaat en niet verdwijnt in een bodemloze put van bureaucratie? Wat gebeurt er met gezinnen die de extra SRD 50 niet kunnen betalen?
Critici wijzen erop dat SRD 50 per maand voor veel gezinnen een extra financiële last vormt, zeker in een tijd waarin de koopkracht drastisch is gedaald. Ook is onduidelijk of het bedrag voldoende is om het wijdverspreide afvalprobleem in Suriname aan te pakken.
Bovendien ontbreekt er nog een heldere strategie voor recycling, educatie en handhaving tegen illegale dumping. Zonder deze maatregelen dreigt het plan slechts een tijdelijke pleister te worden op een veel dieper liggend probleem.
Iedere Surinamer wil leven in een schone en gezonde omgeving. Maar de vraag blijft: is dit plan eerlijk en haalbaar? Of schuift de overheid opnieuw de rekening door naar de burger zonder garanties op echte verbetering?
Wat wel duidelijk is: het debat over de SRD 50-bijdrage zal Suriname de komende weken verdelen. Terwijl sommigen het zien als een noodzakelijke stap richting een duurzamer land, vrezen anderen voor nóg meer druk op hun toch al beperkte budget.